Homepagina > Other langages / Otros idiomas / Altri idiomi / Andere Sprachen... > In het Nederlands > De scholierenstaking

De scholierenstaking

een episode uit de geschiedenis van de sociale geschiedenis in Engeland

dinsdag 2 november 2010

Alle versies van dit artikel: [français] [Nederlands]

De staking begon op de katholieke school Saint Mary, waar 13 oudere jongens de jongsten achte rlieten op de speelplaats. Het nieuws verspreidt zich en nog voor de lessen van de namiddag beginnen, heeft de staking verschillende school in het oosten van Hull aangestoken. Onmiddellijk stonden er groepen kinderen voor de scholen te roepen: “buiten†of “stakingbrekers†tegen de leerlingen die terugkeerden naar de les

(Hull Daily News, 13 september 1911).

Enkele dagen na de aanvang van het schooljaar in 1911 beginnen de leerlingen van
het Britse gemeentelijk onderwijs te staken. In meer dan 62 steden, Van Dundee
tot Southhampton, over Liverpool en Dublin, voornamelijk in de industriële
regio’s, de arme en onderdrukte gebieden. Het was een grote nationale beweging
die 15 dagen duurde; volgens de pers zijn het “honderden kinderen die door de
straten trekken†; elders, zoals in Dundee of Hull, “duizenden kinderen die de
schoolautoriteiten uitdagen†. Over het algemeen, met uitzondering van enkele
artikelen op de voorpagina, neigt de pers ertoe de feiten te minimaliseren door ze
voor te stellen als niets meer dan een parodie op de stakingen van de volwassenen
en op de sociale onrust in de lente van 1911 [1]. “De stakingsepidemie die op dit moment aan het woeden is, heeft de jonge generatie geraakt en, om in de mode te zijn, hebben de scholieren beslist om het middel te gebruiken. Het startte op de school Bigyn, daar beslisten de scholieren om uit solidariteit met hun gestrafte medeleerlingen de klas te verlaten en al roepend en zingend doorheen de straten te trekken†(Llanelly Mercury, 9 september).

“Vroeger werden kinderen geïnspireerd door de avonturenverhalen en de meest
romantische episodes uit de geschiedenis die in hun schoolboeken staan. De
geïllustreerde pers en de cinema hebben hen in contact gebracht met de dagelijkse
gebeurtenissen. Het verloop van de staking vertoont grote overeenkomsten met
de methoden die de spoorwegarbeiders en de dokwerkers gebruiken voor hun
stakingen†(Birmingham Daily Mail, 14 september).

Het scenario van de staking verliep overal min of meer gelijkaardig. In Dundee:
“Gisteren was er sprake van een heuse wanorde door een scholierenstaking. Er
waren niet minder dan 8 scholen bij betrokken en tegen de namiddag brak het
oproer uit onder verschillende duizenden jongens. Het begon in de school van
Cowgate waar ’s ochtends een staking plaatsvond, en waar we zagen dat de chefs
van de beweging diegenen die weigerden hen te volgen ruw behandelden… Tegen
11 uur leek het oproer te eindigen. Maar het nieuws van de staking had zich wijd
verspreid in de stad en tijdens de middagpauze was er afvalligheid in de scholen
van Wallecetown, Victoria Road, Blackness, Balfour Street en Ann Street; de
jongens trokken naar de stad en gebruikten verschillende tactieken om degenen
die zich bij hen wilden aansluiten te beschermen. Een bende verzamelde aan de
middelbare school en, gewapend met stokken en projectielen, betoogden ze. Ze zijn er niet in geslaagd om daar ook maar één iemand te rekruteren…†(Paisley
Daily Express
, 15 september).

Vaak organiseerden de kinderen zich vanaf het moment dat ze de school verlieten
door middel van stakingscomités en vliegende piketten die de staking in andere
scholen moesten opwekken:

“Wanneer de scholieren de school binnen gingen, verschenen er een tiental
stakers gewapend met stokken en ijzeren staven en andere gelijkaardige wapens,
ze gooiden stenen tegen de ruiten van de school en de politie van wacht had het
bijzonder moeilijk om de wanorde te beteugelen†. (The Herald, 13 september).
In een school in Aberdeen had een vliegende piket een elektrisch effect: “De
jongens die begrepen dat er buiten een grote groep stakers stond rebelleerden.
Ze klapten met hun bureaus en stormden wild naar buiten om zich bij de
andere stakers te voegen… Daarop volgde een grote wanorde, en het team van
leerkrachten was niet in staat om de kalmte terug te brengen†. (The Greenock
Telegraph
, 16 september).

Er waren heel wat ruzies tussen stakers en niet-stakers, tot op het punt dat de
ouders tussenbeide moesten komen en zelfs beroep moesten doen op de politie
“om de personen en de goederen te beschermen†. De stakers vielen zowat overal de schoolgebouwen aan en vochten vaak met de leerkrachten.

In Liverpool: “Tijdens de pauze begonnen de scholieren van de wijk Edgehill
te staken en betoogden ze doorheen de straten… Ramen werden gebroken en
straatlantaarns aan diggelen gegooid, en de “goede scholieren†kregen stokslagen.â€
(School Government Chronicle, 16 september). In de Salmon Pastures school, in
het oosten van Sheffield, “werden er stenen gegooid naar een leerkracht toen ze
de tram opstapte†.

In Potteries, “vielen scholieren gewapend met stokken en stenen twee scholen aan
en een half dozijn ruiten werden gebroken terwijl de ramen van andere scholen
vernield werden†(The Lancashire Daily Post, 15 spetember).

In Liverpool was het van ’t zelfde: “Gisterenochtend ontplofte de onrust weer eens
op de Saint-Anne school en de meesters hadden het moeilijk om in de straten
rondom de school te passeren, de felste rebellen hebben hen uitgejouwd, verwond
en wanneer één van de meesters een aanvaller bij de kraag vatte, kreeg hij een
vlaag stenen over zich heen… De bescherming van de politie werd gevraagd en er
zijn maatregelen genomen door de politie en de schoolautoriteiten om een einde
te maken aan het oproer.†(Liverpool Daily Post en Mercury, 14 september).

In West Hartlepool gaan een honderdtal jongens van een middelbare school naar buiten: “Een opslagplaats achter een hotel werd geplunderd en enkele flessen
bier en whisky werden meegenomen door de stakers, net als dozen sigaren.
Enkele jongens werden gearresteerd en in beschuldiging gesteld†(The Times, 15
september).

De stok en de medaille

Overal maakten de stakers hun eisen bekend, in verklaringen die de stakingscomités
aan de leerkrachten presenteerden, op spandoeken, met krijt geschreven op de
straatstenen en de muren, al roepend op betogingen en bijeenkomsten.
In Liverpool stelden ze de volgende lijst op:

“Maximumleeftijd 14 jaar,
Minder lange lessen,
Vakantie voor de aardappeloogst,
Geen huiswerk,
Afschaffing van de riem (om mee te slaan),
Gratis potloden en gommen†.

(The Greenock Telegraph, 19 september).

In Darlington, “vroegen de scholieren om een gratis uur les en een shilling per
week voor het volgen van de lessen†(Northern Daily News, 15 september). “De
leerlingen van de middelbare scholen van Low Felling vroegen om de school te
beginnen om 9u30, te eindigen om 12u00 en de namiddag te beginnen om 14u00
tot 16u00. Ze zeggen dat het gemeenteraadslid Costelloe geen enkele kans maakt
om volgend jaar burgemeester van Gateshead te worden indien hun eisen niet
ingewilligd worden†(The Illustrated Chronicle, 15 september).

De stakers van Hull vragen “een halve dag vrij per week, een penny voor de
monitors en dat alle leerlingen de school verlaten als ze 13 jaar oud zijn†.
In Bradford: “ 50 jongens van de gemeenteschool van Bolton Woods gaan
naar buiten en vragen de afschaffing van de stiptheidssurveillant en één extra
vakantiedag naast de zaterdag†(The Star London, 12 september).

In Coventry was er een bijeenkomst waar één van de sprekers het volgende
verklaarde: “Het is bekend dat de bescheiden eisen van de scholieren de volgende
zijn: geen huiswerk, afschaffing van de stok, een halve dag vrij op woensdag,
afschaffing van de stiptheidsurveillant en een penny per week voor de monitorsâ€
(Birmingham Daily Mail, 13 september).

In Newcastle, “groeperen een aantal belangrijke jongens zich om de afschaffing
van de stok te eisen, een halve dag vrij per week en het betalen van één penny per
week aan elk kind. Blijkbaar hebben de socialisten iets bewerkstelligd bij deze
jonge flauwe grappenmakers†(Northern Daily Mail, 15 september).

De eisen gaan enerzijds over de omstandigheden die eigen zijn aan de Britse
scholieren die lijfstraffen kregen. Anderzijds gaan ze over het karakter van
het schoolsysteem: het principe van het monitoriaat dat als een echo is van de
“mutual instruction†onderwijsmethode waarbij de leerkracht wordt bijgestaan
door oudere leerlingen waardoor de klassen gevoelig konden vergroot worden.
Maar het merendeel van de eisen getuigen van het ontstaan van een klasse van
gerevolteerde jeugd. De eis tot afschaffing van de stiptheidscontrole kwam er niet
enkel doordat er zoiets bestond als een stiptheidsmedaille [2], maar ook door het “karakter certificaat†dat de school uitreikte en waarin het spijbelen en disciplinaire mankementen apart vermeld werden. De kinderen moesten dit voorleggen aan hun eventuele werkgever. Ook het eisen van een salaris, hoe karig ook, niet enkel voor de monitors die een salaris kregen, maar voor alle scholieren die regelmatig les volgden, is direct verbonden met het verlangen van vele kinderen afkomstig uit arme gezinnen om onafhankelijk te zijn. De eis tot het verkorten van de schooldag of de schoolplicht ontstond gedeeltelijk omdat veel kinderen verplicht waren om te werken om in hun behoeftes te voldoen en hun familie te helpen. [3]

Maar de motieven van de verveling die heerste in de gemeentescholen waar de
hoofdactiviteit bestond uit het “reciteren van de maaltafels en passages uit de
bijbel†en de woede van de arme kinderen tegenover de manier waarop de meesters
hen behandelden mogen niet onderschat worden. Ze werden beschouwd als
minderwaardige leerlingen en onderworpen aan controles en pesterijen waaraan
de scholieren van de High schools ontsnapten. De leerlingen van de lagere wijken
werden elke ochtend geïnspecteerd “als vulgair vee of roerende goederen die te koop
staan†om te controleren of ze fatsoenlijk gewassen waren; bij het minste spoortje
vuil haalden de meesters hen scheldend uit de rij en stuurden hen terug naar
huis om zich te wassen, ’t is te zeggen naar de krotten en de piepkleine woningen
waar ze met hun familie in huisden. Het was niet verboden om blootsvoets naar
school te komen, maar de houding van de meesters ten opzichte van de kinderen
stemde overeen met de manier waarop de kinderen gekleed waren. De foto’s van
de betogingen zijn op dat punt veelzeggend, er staan kinderen op die min of
meer geschoren of geknipt op z’n Jommekes, met uitgeholde gezichten, een das
dragend maar op blote voeten. Ook tijdens de sportieve activiteiten werden de arme kinderen als minderwaardig behandeld omdat ze geen gerief hadden en de
school hen noch voetbalschoenen noch zwembroeken kon geven. Wanneer ze
gingen zwemmen deden ze dat naakt. De jongens die geen reglementaire kledij
hadden mochten niet meedoen aan de schoolfeesten of de sportwedstrijden. Een
foto die aan de rand van de rivier genomen is tijdens de staking in Hull zijn bijna
alle jongens naakt te zien, maar proestend van het lachen. Het lijkt alsof ze wraak
namen en plots de schaamtegevoelens voor hun armoede compenseerden.
De verhoudingen tussen de stakers en de leerkrachten werden bijzonder
gewelddadig en getuigden vaak van een diepe haat. De leerkrachten toonden
geen enkele sympathie voor de jonge stakers en wanneer de repressie kon toeslaan
deed ze dat hard en vernederend.

Op de Bigyn Boys School, Llanelly, gaf de directeur stokslagen aan alle stakers:
“Terwijl de kinderen vorige maandag pauze hadden, werd er opgemerkt dat er
30 van de 827 kinderen ontbraken. Na onderzoek leek het me niet juist om dat
een staking te noemen, het ging enkel om de ongehoorzaamheid van enkele
jongens… Wanneer ik deze namiddag op school aankom, zal ik stokslagen geven aan alle kinderen die afwezig waren†(South Wales Daily Post, 7 september).

De directeur van de Huntingdon School hoorde over staking praten na het gebed
en liet weten dat ook hij kon slaan (strike) en wel hard ook (strike hard) als het
nodig was. Soms bleef de autoriteit van de meesters overeind:†Op de school in de
Carlton Road Kentish Town gingen een driehonderdtal jongens en meisjes op het
middaguur naar buiten, ze verzamelden op de weg en verklaarden enthousiast aan
de wereld en aan zichzelf:†we zijn in staking!†, maar plotseling viel er een grote
stilte totdat op een verschrikte toon te horen was:†Hemel, een flik!†De directrice
hield zich bezig met de meisjes, haar verschijning aan de deur stoorde ook de
kleine kinderen en wanneer ze in haar handen klapte, gehoorzaamden ze op het
signaal met de blik naar beneden†(Northern Daily Telegraph, 13 september).

“Op de school in Bradford weigerden een vijftigtal jongens van 10 à14 jaar om
na de lunch terug te keren naar hun bureaus en discussieerden opgewonden over
hun rechten; plots, bij het verschijnen van hun directeur, keerden ze terug naar
hun klas en stopten alle oproer†(The Lancashire Daily Post, 13 september).

Wanneer het mogelijk was, zetten de leerkrachten de leerlingen tegen elkaar op:
“ In Maryport waren de leerkrachten in staat om trouwe leerlingen achter zich
te krijgen in de strijd tegen de stakers. Wanneer een piket van de Grasslot school toekwam om de jongens mee te slepen in de staking, werden de leerlingen van de
grote klassen naar buiten gestuurd om de jongens die het piket leidden te pakken
te krijgen, er vond een gevecht plaats op het marktplein, met stenen en vuisten;
enkele leerlingen van Grasslot werden gepakt maar ze verdedigden zich krachtig
en gezien ze groot en sterk waren konden ze ontsnappen†(Northern Daily News,
16 september).

Daar waar de leerkrachten geen enkele autoriteit meer hadden en waar een zekere
gelijkgezindheid heerste onder de leerlingen, deden ze beroep op de ouders om de
orde te herstellen. Hiervoor gebruikten ze economische argumenten. Mr. Joseph
Roberts, voorzitter van het opvoedingscomité, verklaarde in een interview: “
De afwezigheid van kinderen op school zal de staatssubsidies fors doen dalen.
De afwezigheid van een kind staat voor het verlies van ongeveer één penny tot
een penny en een half per halve dag afwezigheid. Hij nodigde de ouders dus
uit om erover te waken dat hun kinderen regelmatig naar de les gingen. Hoe
hoger de subsidies, hoe kleiner de medewerking van de ouders, het verlagen van
de subsidies raakte op een indirecte manier de arbeiders, die niet meer konden betalen†(Llanelly Mercury, 7 september).

Ik zal jou eens een staking geven!

In feite had de ordeherstelling veel van doen met de ouders, en meerbepaald
met de moeders die in de arbeidersgezinnen verantwoordelijk waren voor de
opvoeding.

De artikelen geven maar zelden blijk van ouderlijke steun aan de stakers; slechts
in één stad, in Dundee, leken ze er positief tegenover te staan; elders “konden
de jongens rekenen op sympathie van hun vaders die hun gevoelens konden
begrijpen, maar zij kwamen niet tussenbeide in de schoolkwesties†. “Op vele
plaatsen bleken de meest actieve stakingbrekers de moeders te zijn. Niet alleen
zetten ze de kinderen onder druk wanneer ze terug naar huis kwamen na de eerste
stakingsdag, in vele gevallen kwamen ze ook actiever tussenbeide. De volgende
dagen sleepten ze de kinderen met geweld mee naar school en in enkele gevallen
hielden ze een tegenpiket aan de schoolpoorten. Zo werd er bijvoorbeeld een
stakingspoging in East Wall National School, Dublin, erg vlug gebroken door de
moeders die zich verzameld en bewapend hadden. Toen de kinderen zich gisteren
namiddag om 3 uur verspreidden, waren daar enkele flikken en veel moeders ter
bescherming van de jongens die zich verzetten tegen de drang om van het rechte pad te wijken; onder vrouwelijke escorte kwamen ze veilig thuis†(The Irish Times,
1 september).

“Dat deden ook de moeders die tussen beiden kwamen in London. Van alle
kanten kon men stoeten van vrouwen zien die hun weerspannige jonge kroost
naar school brachten, en het werd duidelijk dat de intensiteit van staking daaldeâ€
(The Illustrated Chronicle, 15 september).

De persverslagen van over het hele land vertellen hoe de moeders de piketten van
hun kinderen trotseerden en op verschillende plaatsen de enige autoriteit waren
die de kinderen aanvaardden. In London, in de school in de Bath Street, drong een
leger vrouwen de school binnen, “hun weerspannige kroost tot voor de directeurâ€
slepend (The Independant, 15 september), en op de school in Radnor Street, in een
andere hoek van dezelfde wijk, zagen we in de traphal een woedende moeder die
haar weerspannige zoon met zich meebracht:†Ik zal jou eens een staking geven!†â€
(Northern Daily Telegraph, 13 september).

Het is een feit dat de kinderen veel banger waren voor hun moeder dan voor de
agenten die de wacht hielden aan de schoolpoorten, en zonder hen, waren ze
zonder twijfel nooit teruggekeerd naar de les. “Wat een verandering deze morgen,
de ouders hebben hun kinderen naar school gebracht, anderen hebben gedreigd opdat hun kroost zou begrijpen wat hen te wachten staat als ze doorgaan met spijbelen†(Hull Daily News, 13 september).

Ook in Southampton werden de kinderen door hun moeders terug naar school
gebracht: “Vrijdagochtend zijn bijna alle scholieren zoals gewoonlijk naar
school gegaan. Velen van hen die de voorbije dagen aan betogingen hebben
deelgenomen, werden begeleid door hun moeder, maar toch werd de aanstichter,
een jongen met een robuust uiterlijk, door zijn vader gebracht en geëscorteerd
door een groep sympathisanten†(The Hampshire Advertiser, 16 september). De
uitzondering bevestigde enkel de regel.

De meisjes speelden maar een kleine rol in de staking, zonder twijfel omdat zij strenger
bewaakt en gecontroleerd werden door hun moeders. Enkel in twee verslagen worden
ze vermeld. In Pothsmouth: “150 jongens en meisjes van twee gemeentescholen
lopen door de straten en begeven zich naar andere scholen in de buurt om daar te
rekruteren†(The Times, 15 september). In Schotland toonden de meisjes van Kirkaldy
en Cambuslang zich militanter dan de scholieren van Engeland en Wales. Zonder
twijfel omdat het Schotse onderwijssysteem veel gelijker was, in de zin dat het ook de
meisjes aanmoedigde om een goed onderwijs te krijgen. Daarom namen de meisjes
deel aan alle schoolse activiteiten, de stakingen inbegrepen.

De vrouwen hadden een eersterangse rol gespeeld tijdens de stakingen van de
“warme lente†in 1911: niet enkel hebben ze hun mannen aangezet tot staken,
maar ze hebben hen ook actief gesteund door mee te betogen en te strijden. Maar
de school werd door de moeders niet beschouwd als de school van de flikken en
de bazen; in tegendeel, ze begonnen de schamele kennis die je opdoet op school
als iets positiefs te beschouwen.

Scholen, arbeiders en straatjongens

“In Shirebrock, Notts, wordt er gezegd dat de jongens beïnvloed worden door
straatjongens die hen aanzetten tot het lezen van muurkranten†(The Weekly
Express
, 15 september).

Natuurlijk speelden de schoolautoriteiten en de weldenkende pers met de idee
dat de kinderen gemanipuleerd werden door provocateurs van buitenaf: “Op de
Altercliffe school, Sheffield, werd gezegd dat de jongens bewerkt werden door
enkele opgewonden vrouwen, telkens wanneer de meesters toekwamen, gingen
deze ervandoor†. De Times van 13 september focuste op de staking in de armste
wijken van Hull, waar “vrouwen de kinderen aanzetten om het voorbeeld van de stakers te volgen†. Er werd zelfs geschreven dat de jonge stakers aangemoedigd
werden door ouders “die rond de schoolpoort rondhingen†. De stakende kinderen
kregen zonder twijfel steun van de jonge arbeiders: “Op een betoging in Leeds
werd er een leerling-mecanicien gevat door de meesters†. In Dublin “stak één van
de meesters de schuld voor de staking op recentelijk schoolverlaters. Verheugd over
hun bevrijding van de zware schooldiscipline wilden deze jongens het lot verlichten
van hun vroegere kameraden die nog steeds verplicht waren tot trieste karweien
op de schoolbanken†. (The Irish Times, 15 september). Gezien de stakingen zich
vooral in de volkswijken in het oosten van de steden ontwikkelden, daar waar een
marginale bevolking wemelde, “een beetje delinquent†, was de grens tussen de
schoolgaande jongeren en de min of meer georganiseerde straatbendes niet echt
strikt, en de ene kwamen de anderen een handje helpen; de pers beschuldigde vaak
de “rondhangende klasse†, de klasse van spijbelende leerlingen die men op de eerste
rij van de bijeenkomsten zag, van de betogingen, maar ook van de ruzies en de
aanvallen op schoolgebouwen. Maar was “het spijbelen†dat de arme schoolkinderen
vaker uit verplichting deden dan uit revolte, op zich niet al een protest tegen de
verveling en de plagerijen die ze op school moesten ondergaan?

Waarschijnlijk kregen ze geen steun van de volwassen arbeiders, met uitzondering van Dundee waar “de meeste werkers tussen 10 en 14 jaar†zich bevonden. Volgens
Bob Steward, die erover vertelt in zijn autobiografie de ketens brekend, werd er in
deze wijk halftijds gewerkt; de kinderen gingen een deel van de week naar de
fabriek om jutten zakken te fabriceren en het andere deel van de week volgden ze
lessen in de klaslokalen die de bazen wettelijk gezien verplicht waren te bouwen,
zelfs achter de muren van de fabriek. Tijdens de maaltijden werden ze nauwgezet
gemengd met de volwassen arbeiders; sommigen deelden hun maaltijd met hen,
als bijdrage lazen de kinderen hen voor uit de kranten om het gezelschap te
vermaken. Het is door het voorlezen van de kranten dat ze te weten komen dat de
kinderen in het hele land hun omstandigheden bekend maakten door te staken.
Elders aten de arme kinderen hun maaltijd op koste van de school in de “Coffee
shops†, ze kruisten dus niet enkel volwassenen in hun families maar ook op het
werk, gezien velen in deze coffee shops werkten, maar dat lijkt bijna geen effecten
gehad te hebben.

Ondanks de vele elementen van deze staking die als een parodie kunnen
beschouwd worden, hebben de kinderen zich deze elementen toch toegeëigend
en er een originele en specifieke strijdvorm van gemaakt.

Het feest van de vrijheid

De staking was voor de kinderen een middel om hun gevoelens te uiten, ze was
ook vooral een soort van feest. De foto’s tonen gelukkige en lachende gezichten,
en hoewel de kranten hun best deden om negatief te zijn, geven de beschrijvingen
toch ook het aangename aspect van dit “vrijheidsfeest†weer.

“In Sunderland droegen de kinderen, allemaal blootsvoets, een enorme tak
van een boom†, waarvan de Illustrated Chronicle schijnt te denken dat het een
mystieke betekenis had. De scholieren van Pollock, Glasgow, trokken ook voorbij
met boomtakken “terwijl ze op blikken slaan†(Greenock Telegraph, 15 september).
Zo ook in Airdrie, waar verschillende kinderen fluitjes mee op straat namen en
conservenblikken waarop ze sloegen en in Southampton vormden ze orkesten
met harmonica’s en een enorme metalen badkuip als percussie instrument.

In Manchester: “verzamelde een groot aantal kinderen zich in de buurt
van het station van Oldham Road en trok zich terug al trommelend op de
paaltjesomheining en de reclameborden.†(The Herald, 16 september). In de
industriële wijken schreven de kinderen hun eisen met krijt op de baan of verdeelden ze pamfletten, en gingen ze vooral al zingend doorheen de straten
op de tonen van de fluitjes van de harmonica’s “één, twee, de jongens marcherenâ€
en “kom en volg me†, het meest populaire stakingslied over het hele land. De
stakingen waren niet allemaal gewelddadig. In Hartpool trokken de jongens op
over het strand en gingen ze picknicken. Elders gingen ze in de rivier zwemmen,
soms gingen ze simpelweg in een kring zitten om te discussiëren, speelden ze
soldaatje en defileerden terwijl ze patriottische liedjes zongen, in Northampton
gingen ze bramen oogsten, overal amuseerden ze zich met het componeren van
liedjes, teksten en muziek. Ze toonden verbeelding en originaliteit, getuigden
dat “ondanks de benauwende school hun geest niet vernield was door de grijze
monotonie van de klaslokalen en nog steeds ideeën als een verfdoos vol kleuren
herbergde†.

Het verloren geheugen

Van dit feest zal elk spoor weldra verdwijnen, niet enkel uit het geheugen van de
machthebbers, maar ook uit dat van het volk. Ze is ons vandaag teruggegeven omdat een dokwerker, Dave Marson, er toevallig over verteld heeft. Hij was op
zoek naar iets anders: inlichtingen over de geschiedenis van de arbeidersbeweging.
En toen hij de informatie over de scholierenstaking vond, kon hij het eerst niet
geloven: “Ik heb altijd gedacht dat stakingen een organisatie nodig hadden†.
Toen hij verder ging met zijn opzoekingen, ontdekte hij dat er vele lokale kranten
van het jaar 1911 ontbraken: vernietiging, zei men tegen hem, vernietiging door
de bombardementen. Het jaar 1911, zegt hij zonder aan te dringen, is het enige
jaar dat zoveel geleden heeft onder de oorlog. We zijn geneigd om deze vergeten
revolte van de kinderen te zien als de onderdrukking van de sociale geschiedenis,
symbool van de repressie die van bovenaf wordt uitgeoefend op het geheugen van
het volk: onderdrukking door de macht van de herinnering aan volksstrijden; van
de arbeidersbeweging op de stakingen waarmee men lacht; van de volwassenen
op de strijden en op de kinderen die ze voeren.

Door het daarbij te laten zou men nochtans vergeten om zich vragen te stellen over
dit volkse geheugen dat zogezegd geacht wordt om het spoor waarover de macht
niets meer wil horen toch te bewaren. Dave Marsons zegt dat hij voor een foto zat
te dagdromen, een foto waarop stakers verzameld stonden aan de schoolpoort van dezelfde school waar hij gezeten heeft. De ouders van zijn medeleerlingen hadden
erbij kunnen zijn. Er is niets van hun strijd overgebleven. En het waren niet enkel
de herinneringen die verloren waren, maar ook houdingen. Zo werd hij geraakt
door de anekdote van een politieagent die zich met zijn fiets op een stakingspiket
moest storten om het te ontbinden. “De simpele aanblik van een uniform, zegt
hij, was al genoeg om ons af te schrikken, mij en mijn schoolvrienden†.

Daar raken we aan iets dat dieper gaat dan de “onderdrukking†van het volkse
geheugen: haar zelfcensuur. Dit functioneert niet door het wegsmijten van een
geschiedenis omdat ze ondraaglijk geworden is, ook voor haar hoofdrolspelers,
maar eerder door het spoor van iets dat onbelangrijk geworden is te vergeten.
Vastgezet tussen de alledaagse familie en de herinnering aan een voorbije
gebeurtenis, tussen de geschiedenis van het huishouden en de sociale geschiedenis,
kan de scholierenstaking geen autonome betekenis noch geschiedenis verwerven.
Ze blijft een aanhangsel dat in de historische keten van de arbeidersbeweging
ingelijfd wordt.

Over deze scholierenrevolte kunnen we zonder twijfel zeggen, zoals we dat
gedaan hebben met de recentere studentenbewegingen, dat een onvaste sociale
groep (een sociale groep die in de strijd gevormd wordt en daarna niet meer bestaat) niet in staat is om haar ervaringen en haar strijden bijeen te houden.
Maar we kunnen haar lot ook vergelijken met dat van alle vormen van verzet tegen
de loonarbeid en fabrieksorde die nooit een traditie geworden zijn: daden die
duizend keer opnieuw uitgevonden worden, maar tezelfdertijd van hun verleden
ontdaan worden en hun eigen vergeten in zich dragen, naar achter geschoven in
het voordeel van de gekende geschiedenissen van de revolte en ten voordele van
de boekhouding van de verliezen en de successen van de arbeidersbeweging. Een
hele reeks van verzetspraktijken vallen op die manier uit de geschiedenis. Opdat
ze er terug in zouden plaatsnemen, moet minstens de censuur overstegen worden,
net als er een nieuwe blik op de hiërarchie van de gebeurtenissen moet gevormd
worden.

Danièle Rancière

Herinneringen...
enkele scholierenstakingen in Engeland







Oproep tot scholierenstaking, 10 mei 2010

We zullen niet zwijgen,
we zullen niet luisteren!

Maandagochtend, veel te vroeg. De wekker gaat. Het weekend was veel te kort
en de routine zal weer beginnen.
Terug op school, ik ben weer te laat. Mijn strafblad, de agenda, wordt weer
bijgevuld. Speeltijd (pauze), het vaste uur van “vrijheid†. We lijken wel gevangenen.
Altijd de schrik om gepakt te worden. Wanneer we roken, rondlopen in de
gebouwen of tegen de regels ingaan.
Terug in de klas, huiswerk niet gemaakt. Dit zal ik wel aan mijn punten voelen,
de punten waarmee we worden geklasseerd op basis van ons handelen, ons denken
en ons doen.
Het laatste lesuur, ik denk aan vrijheid. Nog vele dagen afzien voor het weer
vakantie is. Twee maanden de vrijheid proeven en dan weer gehoorzamen.

De bel gaat, het signaal van verlossing. Maar thuis ligt de stapel boeken op mij
te wachten. Wat op school niet kan, moet thuis dan maar.

Ik denk aan morgen, morgen zal op gisteren lijken zoals gisteren op vandaag
lijkt. De routine van gehoorzamen, uren lang luisteren naar de onzin die ons
vertelt hoe we ons moeten gedragen. Eén voor één worden we opgeleid tot
dezelfde werktuigen.

We zijn het beu!
We zijn het beu om te gehoorzamen, te luisteren
en gestraft te worden als we dit niet doen.
We zullen niet zwijgen, we zullen niet luisteren.
We roepen op tot verzet!

Maandag 10 mei wordt een dag vol plezier, de dag waarop we doen wat wewillen.
Een dag waarop we leren wat de school ons niet kan, de vrijheid ontdekken!
Gewettigd of ongewettigd afwezig, wees niet op school. Doe waar je zin in
hebt!


[1De “warme zomer†van 1911 is een belangrijke datum voor de Britse sociale geschiedenis. Van juni tot augustus vindt er een enorme stakingsbeweging plaats in de havens en de belangrijkste industriële steden, een staking die getuigt van de wil van de arbeiders om een hoger salaris en betere arbeidsomstandigheden te bekomen. Het leger was nodig om er een eind aan te maken. De macht panikeerde door de dreiging van een algemene staking. Een gemeenteraadslid van Hull dat vroeger getuige was geweest van de Comunne van Parijs zou verklaard hebben dat hij nog nooit iets gezien had dat vergeleken kon worden met deze optochten van “half naakte vrouwen met ongekamde haren†die doorheen de straten stormden om zich over te leveren aan vernielingen en plunderingen.

[2Vier jaar zonder één afwezigheid was nodig om een bronzen medaille te krijgen. Zes jaar voor een zilveren en tien jaar voor een gouden. De arbeidersouders hechtten er een zodanig belang aan dat ze hun kinderen verplichtten om ziek naar school te gaan.

[3Een oude arbeider, vertelt Dave Marson, herinnert zich dat hij werkte voor een slager. Hij begon om zes uur te werken, voor hij naar school vertrok, en eindigde ’s avonds rond tien uur. Veel kinderen waren boodschappenjongens of hielpen een volwassen familielid die een winkel had op de hoek van de straat.