Homepagina > Other langages / Otros idiomas / Altri idiomi / Andere Sprachen... > In het Nederlands > De kiezer is de krimineel!

De kiezer is de krimineel!

Albert Libertad, 1906.

maandag 26 mei 2008

Alle versies van dit artikel: [Español] [français] [Nederlands]

Jij bent de crimineel, o volk, omdat jij de soeverein bent. Je bent een onbewuste en naïeve crimineel, da’s waar. Je stemt en je ziet niet dat je je eigen slachtoffer bent.

Heb je nochtans nog niet genoeg ervaren dat verkozenen, die beloven om je te verdedigen, net zoals alle regeringen ter wereld van vroeger en van nu, leugenaars en bedriegers zijn?

Je weet het en je klaagt erover! Je weet het en je verkiest hen! De regeerders, wie ze ook zijn, hebben gewerkt, werken en zullen werken voor hun eigen belangen, voor die van hun kaste en voor hun kliek.

Waar is dat al anders geweest, hoe zou het ooit anders kunnen zijn? De geregeerden zijn ondergeschikten en uitgebuitenen: ken je er soms die dat niet zijn?

Zolang je niet begrijpt dat het jou alleen toekomt om te produceren en te leven zoals je wil; zolang je zelf bazen en directeurs blijft verdragen – uit angst – en je er zelf fabriceert – vanuit het geloof aan de noodzaak van autoriteit -, besef dan goed dat je afgevaardigden en je meesters zullen leven van jouw zwoegen en jouw onnozelheid. Je klaagt over alles ! Maar ben jij niet de oorzaak van de duizend plagen die je verorberen?

Je klaagt over de politie, het leger, de rechtbanken, de kazernes, de gevangenissen, de overheidsdiensten, de wetten, de ministers, de regering, de bankiers, de speculanten, de ambtenaren, de bazen, de priesters, de huisbazen, de lonen, de werkloosheid, het parlement, de belastingen, de douaniers, de renteniers, de kostprijs van het leven, van de pacht en van de huishuur, de lange arbeidsdagen in het atelier of in de fabriek, de magere rantsoenen, de ontelbare ontberingen en de oneindige sociale ongelijkheid.

Je klaagt, maar je wil het systeem waarop je vegeteert in stand houden. Soms revolteer je, maar telkens begin je opnieuw. Jij bent het die alles produceert, die ploegt en zaait, die smeedt en naait, die kneedt en bewerkt, die bouwt en fabriceert, die voedt en bevrucht!

Waarom kom je dan niet tegemoet aan je honger? Waarom ben je de slecht geklede, de ondervoede, de slecht behuisde? Ja, waarom de hongerige, de naakte, de dakloze? Waarom ben je niet je eigen meester? Waarom buig je, gehoorzaam je, en dien je? Waarom ben jij de minderwaardige, de vernederde, de beledigde, de dienaar, de slaaf?

Je ontwikkelt alles en je bezit niets? Alles is door jou en jij bent niets.

Ik vergis me. Je bent de kiezer, de stemmer, die aanvaardt wat is. Die door het stembiljet al zijn ellende bekrachtigt. Die door te stemmen al zijn ondergeschiktheid heiligt.

Je bent de vrijwillige knecht, de beminnelijke bediende, de lakei, de lijfeigene, de hond die de zweep aflikt, die kruipt voor de vuist van zijn meester. Je bent de diender, de cipier en de verklikker. Je bent de brave soldaat, de modelbewaker, de vrijwillige huurder. Je bent de trouwe werknemer, de toegewijde dienaar, de sobere boer, de arbeider die berust in z’n eigen slavernij. Je bent je eigen beul. Waarover klaag je?

Je bent een gevaar voor ons, vrije mensen, voor ons, anarchisten. Je bent een even groot gevaar als de tirannen. De meesters die jij jezelf verschaft, die jij verkiest, die jij steunt, die jij voedt, die jij beschermt met je bajonetten, die jij verdedigt met je stompzinnige kracht, die jij verheerlijkt in je onwetendheid, die jij legaliseert door je stembiljetten – en die je aan ons oplegt door je de dwaasheid.

Toch ben jij de soeverein, die wordt verleid en bedot. De toespraken bewieroken je. De affiches krijgen je te pakken; je houdt van ezelachtigheden en vleierijen. Wees tevreden in afwachting van de executie in de kolonies, van de slachting aan de grenzen. In de schaduw van je vlag.

Als welwillige tongen je overvloedige stront aflikken, o soeverein! Als kandidaten, uitgehongerd door de bevelen en dronken van platitudes de ruggengraat en het kruis van je papieren autocratie afborstelen. Als je in een roes raakt door de wierook en de beloften waarmee diegenen die je altijd verraden hebben, die je bedriegen en je morgen zullen verkopen, je overladen. Dan is dat omdat je zelf op hen lijkt. Je bent niet meer waard dan je horde armzalige huichelaars. Omdat je je niet bewust bent van je individualiteit en je onafhankelijkheid ben je niet in staat om jezelf vrij te vechten. Je wilt niet vrij zijn, je kan dus niet vrij zijn.

Vooruit, stem goed! Vertrouw je afgevaardigden, geloof in je verkozenen. Maar hou op met klagen. Het juk waaronder je gebukt gaat, dat heb je jezelf aangedaan. De misdaden waaronder je lijdt, die heb je zelf begaan. Jij bent de meester, jij bent de crimineel, en, oh ironie, jij bent de slaaf, jij bent het slachtoffer.

Wij anderen, moe van de onderdrukking van de meesters die je ons opdringt, moe van hun arrogantie, moe van jouw passiviteit, roepen je op tot reflectie, tot actie.

Vooruit, een fijne stap: laat het nauwe keurslijf van de wetgeving achter je, schrob je lichaam grondig, opdat de parasieten en het gebroed die je verorberen creperen. Pas dan zal je volop en voluit kunnen leven.

De crimineel, dat is de kiezer!

Albert Libertad.
in l’anarchie, 1 maart 1906, Parijs

originele titel "le criminel"

Albert Libertad (1875-1908) onderschreef in de woelige periode van het anarchisme van de daad een compromisloze strijd, met alle noodzakelijke middelen, voor de anarchie. Zijn scherpe tong en pen maakte menig syndicalist, ideoloog, massa-liefhebber en salonanarchist met de grond gelijk. Naast artikels in andere anarchistische bladen, richtte hij samen met andere kameraden in 1905 het blad l’anarchie op. Libertad is van die slag anarchisten die er altijd voor kozen om hun individualiteit ten volle te laten gelden, hun strijd anti-autoritair te organiseren naar affiniteit en daarvoor alle middelen zocht. De kameraadschap die sprak uit hun verbanden en de diepgang die tot uiting kwam in de Causeries Populaires (discussie-avonden in de wijken) getuigen van een compromisloosheid, vastberadenheid en tederheid waar maar weinigen zich aan wagen.

[De Nar, anarchistische krant, mei-juni 2007]